(Wetboek van Koophandel / Lex Mercatoria)
Samenvatting: in 3 delen.
1. De Law Merchant en de Juridische Machtsstructuur
2. De Law Merchant
3. Schuld, Gevangenis en Commercieel Bedrog
Meer uitleg over de Lex Mercatoria, lees hier
Meer uitleg over Internationaal Privaat Recht (IPR) lees hier
Deel 1
De Law Merchant en de Juridische Machtsstructuur
Deze uitgebreide lezing onderzoekt het concept van de “Law Merchant” (het koopmansrecht) als een parallelle, niet-democratische juridische structuur die in de moderne wereld op de achtergrond fungeert als het dominante juridische systeem. Het betoog stelt dat dit rechtssysteem, dat zijn oorsprong vindt in de middeleeuwen, inmiddels het fundament vormt van commerciële, maritieme, administratieve en zelfs strafrechtelijke wetgeving.
1. Wat is de Law Merchant?
De Law Merchant is een systeem van gewoonterecht ontstaan uit internationale handelspraktijken. In plaats van ondergeschikt te zijn aan nationale wetten, kreeg het een autonome status, en werd het uiteindelijk opgenomen in nationale wetgevingen zoals het UCC (Uniform Commercial Code). Dit systeem functioneert volgens de regels van handel en krediet, waarbij bezit, eigendom en zelfs mensen tot onderpand worden gerekend.
2. Juridische Slavenstaat
Volgens de spreker leven burgers juridisch gezien in een toestand van “quasi-slavernij”. Dit is mogelijk doordat het systeem van positieve wetgeving (law imposed by political authority) rechten en plichten creëert ten dienste van de staat, en niet van het individu. Burgers fungeren als borg of onderpand voor staatsleningen via belastingen, arbeid en eigendom.
3. Mechanismen van Controle
Door middel van “security interests” verkrijgen internationale handelslieden (de “great merchants”) controle over landen. Ze bieden leningen aan staten, waarbij nationale grondstoffen, infrastructuur en zelfs de bevolking worden gebruikt als onderpand. Bij wanbetaling krijgen deze handelaars feitelijke macht over wetgeving, rechtspraak en beleid. Dit leidt tot een vorm van verborgen staatsgreep: de wetgeving wordt aangepast om de belangen van de schuldeisers te waarborgen.
4. De Schijn van Democratie en Wetgeving
Hoewel er democratie lijkt te zijn, is de werkelijke macht in handen van private belangen. De spreker stelt dat de wetgevende macht vaak slechts formeel is en ondergeschikt aan administratieve instanties die handelen namens commerciële belangen. De administratieve wetgeving (substantive rulemaking) van agentschappen heeft vrijwel wetgevende kracht en wordt zelden door rechtbanken gecorrigeerd.
5. Codificatie van Slavernij via Positieve Wetgeving
De spreker betoogt dat alleen positieve wetgeving slavernij toestaat. Alles wat juridisch afgedwongen wordt (belasting, plichten, registratie) gebeurt onder deze vorm van wet. De oorspronkelijke natuurwet (Gods wet of de “law of liberty”) erkent vrijheid als uitgangspunt, maar wordt overschreven door commerciële belangen die wetgeving gebruiken om eigendom en controle veilig te stellen.
6. Van Babylon tot het UCC
De oorsprong van de Law Merchant wordt herleid tot Babylon, Romeins recht en middeleeuwse jaarmarkten. Van daaruit verspreidde het systeem zich door Europa, waarbij kooplieden hun eigen regels, rechtbanken en privileges kregen. Dit groeide uit tot het moderne handelsrecht, verzekeringsrecht, faillissementsrecht en wetgeving rond onderpand. In de VS is dit systeem tegenwoordig vervlochten met de UCC.
7. Beheer via Administratief Recht
De overheid fungeert als trustee van het publieke domein en de bevolking. Via administratief recht (regelgeving van agentschappen) wordt de uitvoering van de wet overgelaten aan ondemocratisch aangestelde instanties. Deze agencies creëren via “rules” wetgevend effect en kunnen verplichtingen aan het publiek opleggen zonder parlementaire tussenkomst.
8. Juridisch Fictieve Burgers
De spreker maakt een onderscheid tussen vrije mensen en juridische ficties zoals “US Citizens”. Laatstgenoemden worden beschouwd als eigendom van de staat en zijn onderworpen aan regels die hen reduceren tot verhandelbare entiteiten. Deze burgers zijn volgens het systeem geen personen met aangeboren rechten, maar functionele onderdelen van een financieel netwerk.
9. Het Gebruik van Schuld als Wapen
Door landen in de schulden te brengen, verkrijgt men niet alleen economische, maar ook politieke en juridische macht. Zelfs oorlogen worden in deze context gezien als een middel om landen te dwingen tot leningen, waarbij controle wordt overgedragen aan de kredietverleners. De mensen worden zo onderworpen zonder dat zij zich daar bewust van zijn.
10. Conclusie
De Law Merchant heeft zich in stilte meester gemaakt van nationale rechtssystemen door misleiding, codificatie en controle over wetgevende en uitvoerende macht. De spreker roept op tot bewustwording: alleen kennis over dit systeem stelt mensen in staat zich ertegen te verweren en hun natuurlijke rechten te herwinnen. Hij pleit voor terugkeer naar een systeem van natuurlijke rechtvaardigheid en werkelijke vrijheid, los van commerciële slavernij.
Dit deel 1 van de samenvatting hierboven belicht de centrale stelling dat commerciële belangen via het systeem van de Law Merchant wereldwijd juridische, politieke en economische macht hebben verworven en dat dit fundamenteel indruist tegen de natuurlijke vrijheid van het individu.
Deel 2
“De Law Merchant “
Deze lezing gaat diep in op het historische en hedendaagse belang van de Law Merchant, een rechtssysteem dat voortkomt uit de middeleeuwse commerciële praktijken van kooplieden. Wat begon als een los netwerk van handelsregels tussen markten en steden, is inmiddels uitgegroeid tot een krachtige juridische infrastructuur die invloed uitoefent op de moderne staat, economie en burgerrechten. Het centrale uitgangspunt is dat dit systeem, grotendeels onzichtbaar voor de gemiddelde burger, de werking van regeringen en economieën stuurt in dienst van schuldeisers en grote handelaren—de “great merchants”.
1. Positieve Wetgeving en Slavernij: Rechten worden verleend, niet erkend
De lezing opent met het uitleggen van het verschil tussen substantieve wetgeving (welke daden zijn misdaden en wat zijn de straffen) en procedurele wetgeving (hoe overtreders worden vervolgd). Beide vallen onder het concept van positieve wetgeving, in tegenstelling tot natuurlijke wetgeving. Positieve wetgeving is door de mens gemaakt en creëert rechten en plichten op basis van autoriteit, niet van aangeboren recht. Hierdoor kunnen structuren zoals slavernij worden gelegitimeerd.
De spreker stelt dat dit soort wetgeving niet ontworpen is voor vrije mensen, maar voor onderdanen. Het suggereert dat overheden rechten toekennen die ze ook weer kunnen intrekken. De centrale vraag luidt: Maken vrije mensen vrijwillig een systeem dat hen verplicht tot gehoorzaamheid aan wetgevers die rechten toekennen in plaats van erkennen?
2. De Schijn van Democratie: Wie regeert werkelijk?
Verschillende citaten van onder andere Emma Goldman en Joseph Stalin illustreren dat democratie een façade kan zijn. Hoewel burgers stemmen, zijn het uiteindelijk niet de stemmers maar zij die wetten opstellen, stemmen tellen of het geld controleren, die beslissingen nemen.
Er wordt gesteld dat “de great merchants” de voorkeur geven aan democratie boven een republiek, omdat in een republiek de hoogste macht bij het volk ligt en dus moeilijker te controleren is. In een democratie kunnen meerderheden worden gemanipuleerd of gekocht. Deze ‘vorm’ van volksvertegenwoordiging is daarmee volgens de spreker slechts een instrument om de illusie van vrijheid in stand te houden.
3. Het Stedelijk Bestuur als Trust: De casus Parkersburg v. Brown (1883)
Een kernvoorbeeld in de lezing is de rechtszaak City of Parkersburg v. Brown (1883). Hierin wordt duidelijk gemaakt dat wanneer een stad obligaties uitgeeft, het juridische eigendom van de onderliggende activa (bijv. vastgoed) in trust wordt gegeven aan de obligatiehouders. De stad fungeert als trustee, de obligatiehouder als beneficiary (in juridische termen: cestui que trust).
Belangrijk hierbij:
- De obligatiehouders kunnen via equity courts eisen stellen aan de stad/regering over het beheer van de activa.
- De burgers en hun belastingopbrengsten worden gebruikt als onderpand voor de obligaties, zonder dat zij hier zeggenschap over hebben.
- Deze constructie laat zien hoe regeringen feitelijk functioneren als beheerders van activa voor financiële instellingen.
4. Het Collaterale Systeem: Mensen als Zekerheden voor Schulden
Een groot deel van de lezing is gewijd aan de Federal Reserve Act van 1933, waarin wordt uitgelegd hoe geldcreatie niet langer is gebaseerd op goud, maar op de “kredietwaardigheid van de natie” — oftewel de eigendommen en arbeid van burgers.
In een citaat uit de wet staat letterlijk:
“Het geld vertegenwoordigt een hypotheek op alle huizen en eigendommen van alle mensen in de natie.”
Hieruit volgt:
- Het huidige geldsysteem is gebaseerd op schuld.
- Burgers (US Citizens) zijn de collaterale activa voor deze schuld.
- Het systeem werkt als een indirecte vorm van slavernij, waarbij mensen belasting betalen, leningen aflossen en hun eigendom riskeren, ten gunste van anonieme schuldeisers.
5. Rechtspraak als Beheersysteem: Equity versus Common Law
De lezing maakt onderscheid tussen:
- Courts of law (wetten en juridische titels),
- Courts of equity (billijkheid en morele verplichtingen).
In equity courts kunnen obligatiehouders en andere belanghebbenden rechten afdwingen op basis van hun “morele belang” in een trust of overeenkomst, zelfs als zij geen eigenaar zijn. Deze vorm van rechtspraak is instrumenteel voor de Law Merchant, omdat het financiële belangen beschermt zonder formele eigendomstitels te vereisen.
Deze structuur is opgezet om belangen van grote handelaren, banken en andere financiële entiteiten veilig te stellen binnen het rechtssysteem, vaak buiten het gezichtsveld van het publiek.
6. De Overname van Admiralty en Common Law door de Law Merchant
De lezing benadrukt dat de Law Merchant uiteindelijk zowel het Admiralty Law (zeerecht) als het Common Law heeft overgenomen. Hierdoor kunnen geschillen over commerciële transacties ook in landrechtbanken worden behandeld met dezelfde onderliggende commerciële principes. Staten mogen zich voordoen als Common Law-jurisdicties, maar hanteren in de praktijk vaak commerciële en equity-wetten die hun oorsprong vinden in de Law Merchant.
7. De Staat als Onderneming en de Burger als Slachtoffer
De uiteindelijke conclusie is dat steden, staten en naties functioneren als corporaties die handelen namens financiële belangen. De burger (US Citizen) is een juridisch fictief entiteit, onderworpen aan:
- Belastingdruk,
- Schuld,
- Juridische verplichtingen,
- En beperkte rechten, afhankelijk van zijn status binnen het systeem.
Er wordt gesteld dat dit systeem:
- Vrije burgers transformeert in quasi-slaven,
- Collectieve schuld sociaal verdeelt zonder individuele instemming,
- De rechtsstaat ondermijnt ten gunste van financiële controle.
8. De Oproep tot Bewustwording
De lezing eindigt met een krachtig pleidooi: ware vrijheid begint bij inzicht in het systeem waarin men leeft. Het erkennen van de structuur van trusts, fictieve wetspersonen, en het commerciële karakter van hedendaagse rechtspraak is noodzakelijk om controle terug te nemen over eigen rechten en eigendom.
De kernvraag blijft:
Hoe kan een overheid, zonder expliciete toestemming van het volk, hun eigendommen belasten en gebruiken als onderpand voor staatsobligaties? Het antwoord is volgens de spreker simpel: door het volk onwetend en onderworpen te houden via juridische ficties en de illusie van participatie.
Deel 3
Schuld, Gevangenis en Commercieel Bedrog
Dit derde deel in de reeks over de Law Merchant gaat verder waar de vorige afleveringen ophielden en richt zich op de historische ontwikkeling van het handelsrecht en de manier waarop dit rechtssysteem is geïnfiltreerd in de moderne juridische, economische en politieke structuren. De nadruk ligt vooral op het gebruik van schuld, gevangenisstraf en financiële instrumenten als controlemechanismen.
1. Quasi-admiralty Rechtspraak
Staatsrechtbanken opereren niet officieel als admiraliteitsrechtbanken, maar passen wel de Law Merchant-regels toe via procedurele wetgeving (adjective law). Hierdoor worden veel rechtszaken feitelijk behandeld onder commerciële jurisdictie, ook al lijkt het een gewone civiele of strafrechtelijke rechtbank.
2. Schuld en Gevangenis
Imprisonment for debt was oorspronkelijk geen onderdeel van het Engelse common law, maar werd via buitenlandse kooplieden (en later Joodse handelspraktijken) ingevoerd. Debiteuren konden gevangen worden gezet totdat zij of hun familie hun schuld voldeden. Het systeem functioneerde als een vorm van economische gijzeling.
3. Commerciële Illusies
Veel van wat we als ‘leningen’ beschouwen zijn in werkelijkheid creaties van geld uit het niets. Banken en andere instellingen geven krediet uit zonder daadwerkelijk activa te verstrekken. Dit leidt tot een systeem waarin schulden grotendeels illusoir zijn, maar toch juridisch afdwingbaar door het gebruik van verhandelbare documenten (zoals promessen en trade acceptances).
4. Joodse Invloed op Engels Recht
Joodse kooplieden brachten geavanceerde systemen van krediet en zekerheidsrechten mee naar Engeland, waaronder de chitaar (of star), een document dat rechten gaf op alle eigendommen van een schuldenaar. Hoewel zij geen land in fee simple mochten bezitten, konden zij wel zekerheidsrechten nemen. Deze structuren beïnvloedden het ontstaan van het moderne hypotheekrecht.
5. Statute Merchant & Statute Staple
Twee middeleeuwse wetten gaven schuldeisers het recht om bij wanbetaling de goederen, het land en zelfs het lichaam van de debiteur te confisqueren of gevangen te zetten. De wetten maakten van de schuldbekentenis een juridisch instrument dat kon worden verhandeld als obligatie of schuldpapier. Deze procedures bleven bestaan tot 1863.
6. Geldcreatie uit Niets
Een belangrijke focus ligt op het proces waarbij geld gecreëerd wordt door handtekeningen van burgers. Zodra een schuldbekentenis is ondertekend (bijvoorbeeld een leningsovereenkomst), kan deze worden verhandeld of als onderpand worden gebruikt voor nieuwe geldcreatie. Dit principe is verankerd in de werking van de Federal Reserve en het Amerikaanse financiële systeem sinds de Banking Emergency Relief Act van 1933.
7. De Strawman en Juridisch Fictieve Personen
Elke burger heeft een juridische fictie – de zogenaamde ‘strawman’ – een naam in hoofdletters die in juridische zin eigendom is van de staat. Schulden en verplichtingen worden geregistreerd op naam van deze entiteit. Begrip van het verschil tussen natuurlijke persoon en juridische fictie is essentieel om juridische controle terug te winnen.
8. De Rechtbank als Commerciële Instelling
Sinds 1938 opereren rechtbanken onder public policy in plaats van common law. Dit betekent dat commerciële belangen, niet natuurlijke rechten, de basis vormen voor juridische uitspraken. Zaken zoals Erie Railroad v. Tompkins markeerden het begin van deze omslag.
9. De Lex Mercatoria en Middeleeuwse Beurzen
De Law Merchant vindt zijn oorsprong in middeleeuwse jaarmarkten, waar speciale rechtbanken werden ingericht onder controle van de kooplieden zelf. Deze rechtbanken functioneerden autonoom en bevoordeelden de handelaren. De structuur hiervan leeft voort in het moderne handelsrecht.
10. Slotbeschouwing
De Law Merchant heeft zich ontwikkeld tot een wereldwijd, commercieel rechtsstelsel dat in conflict is met het klassieke begrip van vrijheid en eigendomsrechten. Burgers worden behandeld als contractpartijen in een permanent kredietspel. Wie dit systeem wil doorgronden of ontwijken, moet zich verdiepen in de juridische scheiding tussen natuurlijke en juridische personen, en leren hoe handelsdocumenten worden ingezet om controle en verplichtingen af te dwingen.
Deze samenvatting in deel 3 onthult hoe diep het commerciële recht verweven is met de moderne samenleving en roept op tot bewustwording van de juridische ficties die onze rechten en vrijheden ondermijnen.